|
Brood om de banen om de zon te
overleven
De mens heeft een eindig bestaan dat door de dood gevolgd
wordt. Hart en hersenen zijn het eerst die de dood inzetten als zij ophouden
te functioneren. Van nature wil de mens blijven. Doodgaan, het lichaam wordt
eerst volstrekt stijf door het einde van de bloedcirculatie, waarmee het
afstervingsproces van weefsel en cellen in versterkte mate is ingetreden,
wordt als onnatuurlijk beschouwt terwijl alle voorgaande mensgeneraties de
pijp zijn uitgegaan. Het niet meer zijn maakt bij de dichtstbijzijnden hevige
emoties los. Afhankelijk van de leeftijd en verdiensten van zo'n dode mens
zijn de afscheidsrituelen minder of meer bombastisch. Bij mensen met een
publieke functie kunnen die rituelen zelfs een nationalistisch karakter
krijgen en hangt een hele mensengemeenschap de vlag halfstok daarmee het
collectieve verdriet tot uitdrukking brengend. Veelal is dat geen echt
verdriet, maar is het teleurstelling en onvervulde hoop inzake
niet uitgekomen verwachtingen over hoe de gemeenschap zijn ordening heeft
ingevuld. Daarin had men de dode mens een functie toebedeeld.
Werken of leven
Het evolutionaire
wordingsproces van de mens heeft twee mensensoorten doen ontstaan:
- één, die beschouwd zijn verblijf hier op aarde om te werken en
- de andere mensensoort werkt hier om er te verblijven.
De eerste soort is zwaar getraumatiseerd. Het kenmerk
daarvan is dat die mens geen bewustwordingsproces gekend heeft en dat zijn
hersenen een aantal delen niet of onvoldoende activeert om spirituele en
creatieve activiteiten te ontwikkelen.
De tweede mensensoort, die er ook niet al te best aan toe is, moet arbeid
verrichten om in leven te blijven. Aanvankelijk bestond die arbeid er uit
dat hij voedsel moest zoeken en bescherming moest bieden tegen
weersinvloeden en andere mensen die hij tegen indringers en dieven beschermen.
Naarmate er meer mensen kwamen die de Aarde bevolkten ontstonden er
gemeenschappen van mensen die hun eigen leefregels creëerden.
Buitenstaanders werden niet geduld. De ene
gemeenschap beschikte over meer territorium en grote landbouwkundige gebieden
dan de ander, zodat er bij de een een grotere vraag naar voedsel was dan bij
de rijke gemeenschap. Er ontstond een ruilhandel tussen voedselrijke
gemeenschappen en gemeenschappen die het bouwen van hutten en het bekleden
van het lichaam sterk ontwikkeld hadden. Gemeenschappen met een numerieke
meerderheid en een tekort aan bepaalde zaken drukte dat gewicht uit door
kleinere gemeenschappen te overrompelen om zich de overvloedige producten
eigen te maken.
Onderdrukking, slavernij en oorlog
Op den duur
pikte die onderdrukte gemeenschap dat niet en ging zich tegen aanvallen
van anderen
verweren. Aanvankelijk werden er eenvoudige wapens ontwikkeld waarmee men de ander kon
bestrijden. Men waande zich door de voorsprong op dit gebied zo superieur
dat men de andere gemeenschap in een strijd op leven en dood tegemoet trad.
Brood op de plank bleef door de tijden heen drijfveren om te overleven.
Mensen verhuurden zich vrijwillig om in steeds massaler wordende
productieprocessen hun lichaamskracht in dienst te stellen van een groeiende
en variërende stroom van nutteloze producten. Op diverse delen van de Aarde,
waar de ontwikkelingen achter lopen bij een volop in gang gekomen
geïndustrialiseerde wereld, worden miljoenen mensen onvrijwillig weggehaald
en verscheept naar gebieden waar zij als slaven in
productieprocessen
worden ingezet. Werkdagen van 12 uur en meer zijn geen uitzondering, evenals
kinderarbeid. Uitputting en verminderde natuurlijke weerbaarheid zorgenden
voor grote slachtingen door allerlei ziekten. Dit proces heeft eeuwenlang
geduurd.
Totdat mensen
er achter kwamen dat ze zich moesten organiseren om tegen de fabrikanten en
kapitalisten een macht te vormen. Aan het einde van de negentiende eeuw
ontstonden er in de geïndustrialiseerde gemeenschappen
vakbonden om de
belangen van de arbeidende mens te behartigen. Dat ging niet zonder slag of
stoot. De straat werd het domein waarop de strijd voor werk en betere
omstandigheden beslecht werd. In Nederland kwam er van regeringswege in 1920
zelfs een anti-revolutiewet om de macht van de arbeidende klasse te
breken. Ze bracht de SDAP en het NVV juist dichter
bij elkaar. Het duurde tot de jaren zestig van de vorige eeuw eer er,
met name in Nederland, bedrijfsbezettingen plaats
vonden. Die moesten leiden tot meer zeggenschap in ondernemingen.
Tot op de dag van vandaag, waarbij mensen zich verhuren aan kapitalistische
ondernemingen die effectieve productiewijze arbeidsprocessen
in stand houden,
voeren staatkundige mensengemeenschappen oorlogen om macht te verkrijgen over het
rentmeesterschap van de Aarde. Uitbuiting van arbeid is bovengeschikt aan de
inmiddels verschrompelde menselijke spiritualiteit en creativiteit.
(Naar boven)
|

James Brown door Harry Eylders

Akkerbouw

Olieraffinaderij

Energiecentrale

Affiche Vakbond NVV voor
betere werkomstandigheden

Affiche door Hahn jr.
|