|
Het heelal
Kijk als
het donker is naar boven en zie de planeten uit het zonnestelsel, de
sterren, nevels en andere melkwegstelsels. Met de uitvinding van nieuwe
observatietechnieken, kan de mens meer aan het firmament ontdekken. Met
name de ruimtevaart heeft nieuwe wetenschap toegevoegd aan die van de
astronomie. Astronomen hebben ontdekt dat alle andere
sterrenstelsels, dan ons eigen Melkwegstelsel, zich van ons
af bewegen. Verder afgelegen stelsels vliegen sneller naar achteren, dan
dichtbijstaande stelsels. De verst afgelegen
stelsels blijken zich van ons af te bewegen met een snelheid die de helft is
van de lichtsnelheid. De stelsels stonden dus vroeger veel
dichter bij elkaar.
Volgens de
gangbare theorie (Big Bang als de Grote Klap) over de oorsprong van het
heelal, |
was alle
materie van het heelal oorspronkelijk samengeperst in een oeratoom van zo'n
honderd miljoen kilometer. Door aan te nemen dat de melkwegstelsels altijd
met dezelfde snelheid aan het uitzetten waren, kan men dus uitrekenen
wanneer de expansie begon. Toch verschaft dit geen bevredigend antwoord
omtrent het begin. Astronomen zijn er bijna zeker van dat sommige
melkwegstelsels ten minste tien miljard jaar oud zijn en voor de leeftijd
van het heelal (aangenomen dat de uitzettingssnelheid constant is) komt men
slechts op ongeveer acht miljard jaar. Dat zou mogelijk betekenen dat de
expansiesnelheid bij het begin kleiner was.
Toen het heelal pas begon uit te
zetten was de materie dichter op elkaar gepakt en de aantrekkingskracht die
de massadeeltjes naar elkaar trok, was overeenkomstig groter. Toen de
kracht van de beginexplosie hen verder uit elkaar had gedreven, werd de
invloed van de aantrekkingskracht minder en ging de uitzetting sneller.
|