|
Necrose of gangreen begint met
falende bloedvaten
Onder Necrose verstaat
men het plaatselijk afsterven van weefsel door welke oorzaak dan ook,
bijvoorbeeld door een verminderde bloedvoor-ziening. Dit laatste kan het
gevolg zijn van slagaderverkalking of van een bloedstolsel (trombose). Het
afgestorven weefsel kan droog of nat zijn. Ook is er een vorm van versterf
waarbij gas in het weefsel ontstaat.
Suikerziekte, waarbij de bloedsomloop gestoord is door de
verkalkings-processen die in de wand van een bloedvat optreden, is een
veelvoorkomende oorzaak van weefselversterf, vooral aan de voeten. Als er
versterf dreigt, kan men de bloedvoorziening verbeteren door het toedienen
van een vaatverwijdend middel. Thans is het mogelijk door een vaatplastiek
(vervangen van het aangedane bloedvat door een kunstvat) de circulatie en
dus de bloedvoorziening van het getroffen deel te verbeteren.
Om goed gezond te blijven heeft de huid voortdurend zuurstof en voe-ding
nodig. Dit wordt door
de kleine
bloedvaatjes in de huid aange-voerd. Zodra om welke reden dan ook de toevoer
van bloed naar bepaalde plekken in de huid sterk vermindert krijgt de huid
onvoldoen-de bloed en sterft dan af. Op deze plek ontstaat dan een wond. Er
zijn 2 soorten bloedvaten waar het mis kan gaan met de bloedvoorziening van
de huid:
slagaderen (arteriën) en de aderen (venen),
Falende slagaderen
Slagaderen brengen het bloed vanuit het hart richting de verschillende
organen, waaronder de huid. Wanneer de slagaderen zijn vernauwd kan
onvoldoende bloed in de huid gebracht worden. Vooral in de kleine slagaderen
in de huid kan een vernauwing snel slechte gevolgen heb-ben voor de
doorbloeding: kleine vaatjes hoeven maar weinig vernauwd te worden voordat
de bloeddoorstroming in gedrang komt.
Een belangrijke oorzaak voor slagadervernauwing is roken. Soms kan een
slagadertje ook plotseling worden afgesloten door een bloedstol-seltje. Dat
noemen wij een embolie of huidinfarct.
Beenwonden die ontstaan door problemen met de slagaderen zijn vaak bijzonder
pijnlijk.
Falende aderen
In de normale situatie worden de zuurstof en de voedingsbestanddelen die via
de slagaderen worden aangevoerd in de allerkleinste bloed-vaatjes uit het
bloed opgenomen om de huidcellen te voeden. Vervolgens wordt het bloed via
de aderen weer afgevoerd naar het hart, dat het op zijn beurt het bloed weer
naar de longen pompt zodat er weer zuurstof in wordt opgenomen.
De kuitspieren in de onderbenen spelen een belangrijke rol in het afvoeren
van het bloed richting hart. Bij elke samentrekking van deze spieren wordt
bloed in de aderen omhooggestuwd. In de aderen bevinden zich klepjes die
ervoor zorgen dat het bloed wel naar boven kan worden getransporteerd, maar
niet naar beneden kan terugzakken. Op deze manier wordt het bloed bij elke
stap die men zet stukje bij stukje richting hart geduwd.
Wanneer de klepjes die het bloed tegenhouden stuk zijn zakt het bloed steeds
weer terug in de benen en staat er een hoge druk op de kleine aderen,
waardoor vocht uit de bloedvaten kan treden (dikke benen), de bloedvaten
verwijd raken (spataderen) en er te weinig zuurstofrijk bloed naar de huid
kan worden vervoerd (er is tenslotte een ‘opstopping’van bloed omdat het
zuurstofarme bloed niet wordt afgevoerd). Door dit zuurstoftekort kunnen er
wondjes ontstaan.
 

Dit falen van de aderen wordt in het medisch jargon ‘chronische veneuze
insufficiëntie’ genoemd. Centraal hierin staat het kapot zijn van de klepjes
in de aderen. Dit zien we bijvoorbeeld na een trombosebeen of na
zwangerschap. De klachten van chronische veneuze insufficiëntie ontstaan
vaak pas jaren na deze gebeurtenissen.
Ook mensen die vanwege bv. hun beroep veel staan of zitten en daarbij dus de
kuitspieren niet gebruiken lopen een grote kans om klepbeschadiging te
krijgen. De hierboven beschreven afwijkingen in het aderlijke systeem zijn
meestal van blijvende aard. Als de kleppen in de aderen eenmaal kapot zijn,
kunnen ze (vooralsnog) niet meer worden hersteld.
Een open been of "ulcus cruris" is een wond aan het (onder)been die niet wil
genezen. De wond is vaak met een geel beslag of met een korst bedekt. Soms
is de wond bedekt met dode huid en bindweefselcellen die een zwart vlies
vormen over de bodem ervan.
Open benen komen heel veel voor, vooral bij ouderen die al langere tijd
klachten hebben van de doorbloeding van de benen zoals bij diepe spataderen
(medische term: ‘chronische veneuze insufficiëntie’) of problemen met de
slagaderen. Chronische veneuze insufficiëntie is de meest voorkomende
oorzaak van open been. De behandeling van het open been bestaat uit 3
‘pijlers’: wondverzorging, zwachtelen en preventie.
Amputatie is soms de laatste optie die
over blijft.
(Naar boven)
|

Necrose van de binnenkuit bij
een patiënt. Duidelijk is te zien de littekens van een eerdere ingreep om
met behulp van een kunstvat het weefselversterf tegen te gaan.
Huidtransplantatie.
Hiernaast een aantal foto's over huidtransplantatie volgens de "punch-graft"
methode om beenwonden snel te sluiten. Op de foto links boven is te zien dat
de wond aan het onderbeen goed gereinigd wordt. Op de foto daarnaast is te
zien dat van het bovenbeen met een boortje kleine stukjes huid verwijderd is
en in de wond gelegd. De foto beneden is dezelfde wond na 1 week. Een aantal
huidtransplan-taatjes is al goed vastgegroeid.

Decubitus. Diep ulcus of necrose tot aan niveau van de fascie, spier,
eventueel tot op het bot.
|